Vier maanden geleden kreeg ik een telefoontje van Samira de Blij met de vraag of ik deel wilde nemen aan de Roparun in het nieuw opgerichte “Team 275 HTM 4 Life”. Ik zou dan één van de twee personenbusjes rijden/navigeren.

Na overleg thuis heb ik besloten om dit te doen omdat het me wel een avontuur leek. Op dat moment had ik nog werkelijk geen flauw idee waar ik aan begon. Vier maanden lijken lang maar voor het voorbereiden van een logistieke uitdaging als deze is het erg weinig tijd. Kort hierna begonnen de eerste voorbereidingen en vergaderingen. Al gauw bleek er zoveel meer bij te komen kijken dan we hadden verwacht. Hoewel we een budget hadden, was het onze bedoeling om zoveel mogelijk sponsors te zoeken. De achterliggende gedachte is dat er dan meer geld naar het goede doel kan. Dat doel is de zorg voor mensen met kanker die niet meer kunnen genezen. Op dat moment zochten wij nog naar een grote camper of touringcar, personenbusjes, eten en drinken, sportvoeding, tentjes, navigatiesystemen, keukengerei, generators en natuurlijk geld voor het goede doel. Onze teamcaptains, José Hoonhout en Sandra Bulte zijn hier flink mee bezig geweest. De twee busjes zijn gesponsord door Mercedes en de grote bus werd aan ons ter beschikking gesteld door een kennis van een collega. Generators en keukenspullen mochten we gratis lenen van verhuurbedrijf Boels. Na een eerdere oefendag waarop een hoop was misgelopen hebben we ook nog een samenwerking gestart met RET. “Team 344 RET runners”, is een team dat al 5 jaar meedoet met de Roparun en dus de nodige ervaring heeft. Dit was erg handig omdat in ons team maar drie deelnemers waren met een eerdere Roparun ervaring. En zo konden wij leren van andermans fouten. Een kans die je niet vaak krijgt.

Zaterdag 18 mei 2018 was het eindelijk zover. Team A was om 4:00 uur ’s-morgens aanwezig op de Meppelweg en om 4:30 vertrokken we richting Parijs. Team B en Basiskamp kwamen later op de dag om het eerste kamp, 70 km na Parijs, op te bouwen. Onderweg naar Parijs zag ik af en toe in mijn binnenspiegel de slaperige hoofden van Ramon de Kok, Pieter Meere, Willem de Graaf en Woodrow d’Arnault . Mondjes open, oogjes dicht, beetje kwijl in de mondhoeken, je kent het wel. Een aanblik dat ik in de komende dagen nog wel meer zou zien trouwens. De enige die echt wakker leek was Gerrie Toetenel, één van onze twee fietsers. Samen met onder andere Willem, één van de mensen die me later in deze zware beproeving met veel gevoel voor humor op de been heeft gehouden. Om 13:24 uur mocht ons team starten. De start was eigenlijk één groot feest waarbij Samira salsa danste met een 2,05 meter lange Rotterdamse reus en Willem helemaal vrolijk voorbij stuiterde op dance en house. De eerste etappe leidde ons naar Le Meux, ongeveer 70 km verderop waar onder ander Anuschka Jollie, Leo Donk en Kevin van Wagtendonk het kamp opbouwden. Op dat moment zat de sfeer er nog goed in en liepen onze hardlopers behoorlijke snelheden. Ik moest zorgen dat ik ongeveer iedere 2 km ergens geparkeerd stond zodat ik een loper uit mijn busje kon gooien om de huidige loper af te tikken. Door de reglementen moesten we erg goed uitkijken dat we lopers niet onnodig lange stukken liet lopen, bijvoorbeeld doordat er bepaalde stukken zijn waar je niet mag parkeren van de organisatie. Het negeren van de regels kan, als dit te vaak voorkomt, diskwalificatie opleveren. Hier moet je dan als navigator zo goed mogelijk op anticiperen omdat je in dit stadium van de missie de hardlopers heel wilt houden. Tenslotte moeten ze nog 520 km afleggen. Willem wilde, met zijn eindeloze energie, vaak langere stukken voor zijn rekening nemen. We moesten er echter voor waken dat ook hij niet stuk zou lopen, ondanks de enorme berg hardloop ervaring die hij heeft.

Na 70 relatief soepele kilometers kwamen we in ons eerste basiskamp aan waar Team B stond te popelen om ons af te lossen. Larry Haaksma, Johan Letsch, William van Bemmel, Edwin van Loenen, Vincent Philips, Sascha Driessen en Kas Blezer en natuurlijk René Coers en Mario Heerkens als chauffeurs. Nu snel even wat koolhydraatrijk eten en massages van Sjaak Brunt en Koos Vos voor de gepijnigde spieren en dan zo snel mogelijk verplaatsen naar het volgende kamp waar we Team B, komende uit de tweede etappe, zouden aflossen. Nu begon het echte werk. We hadden nog heel weinig tijd over om te slapen, ongeveer 2 uur en drie kwartier waar we het mee moesten doen. Dit was het gevolg van ons gebrek aan ervaring in de verplaatsingen en de logistiek. Niemand heeft ook werkelijk die tijd geslapen. Dat kwam eigenlijk vooral door het kabaal van andere Roparun teams. Vooral de aggregaten die je overal hoorde ronken hielden je wakker. Ik dacht dat ik slim was door ergens tegen een schuur op een betonnen plateau te gaan liggen met mijn matje en mijn slaapzak. “Lekker vlak” dacht ik toen nog. Ondertussen begon in de schuur ook nog een of andere machine heel zwaar te loeien en waren de mensen van het basiskamp bezig om nog dingen op te bouwen zoals de massagetent en natuurlijk Samira’s befaamde wc-tent met daarin de mini Dixi. Een hoop rumoerigheid dus. De betonnen, vlakke plaat was een beroerde keuze geweest want de kou kwam door het matje heen waardoor ik eindigde met bevroren knieën. Toen ik uiteindelijk toch nog ongeveer drie kwartier bomen aan het omzagen was geweest kwam het signaal dat Team B alweer in aantocht was en wij moesten mobiliseren om ze af te lossen voor de derde etappe van ongeveer 65 km. Dit zou een nachtetappe worden, ergens tussen 2:00 uur en 8:00 in de ochtend.

Inmiddels begon de vermoeidheid bij de sporters en chauffeurs al steeds meer zijn tol te eisen. In mijn spiegel zag ik de lopers al zoveel mogelijk rusten met de ogen dicht, bleke gezichten en magere wangen. Naast mij zat ook mijn bijrijder André Papilaja te knikkebollen. Iedere twee kilometer stapte er een loper uit om de vorige loper af te lossen. Wanneer we dan langs de loper en onze fietsers reden om te verplaatsen naar het volgende 2 km punt werd er flink uit het raam geschreeuwd om ze aan te moedigen. Later hoorde ik dat ze zich soms een lichte hartverlamming waren geschrokken omdat ons volume toch wel vrij hoog was. Ik heb in ieder geval nu, op het moment dat ik dit schrijf, nog last van een schorre stem en pijnlijke stembanden. Inmiddels was de zon opgekomen en begon er een nieuwe dag met veel mist. Een welkome afwisseling na een gitzwarte nacht. De ochtend was nog wel koud met zo’n 8 graden en nu was de winterjas waar ik eerst over twijfelde of ik die mee zou nemen toch wel een goede keuze geweest. Toen de zon uiteindelijk doorbrak was de jas wel al gauw overbodig en gingen we over op t-shirt en zonnebril. Nu waren we weer afgelost en moesten we zo snel mogelijk rusten en eten. Helaas was er logistiek iets mis gegaan en het eten bleef uit. Wel zag ik hoe onze monteur, chauffeur en alleskunner, Kevin, volop bezig was om allerlei dingen te regelen zoals de aggregaten voor stroom. Ik dacht bij mezelf “Dat is een harde werker, een man waar je op kan bouwen.” Uiteindelijk, na toch nog wat eten en drinken bij elkaar gescharreld te hebben, begonnen we aan onze derde etappe. Het slaapgebrek en honger door bevoorradingsproblemen begonnen nu echt zwaar te worden voor de sporters. Ook merkte ik dat we wat kribbig en licht apathisch werden. De lopers kregen steeds stijvere benen en hadden meer opstartproblemen omdat het telkens kleine stukjes waren die ze moesten lopen. Telkens als we ergens stonden te wachten moedigden we andere teams aan. Willem gooide er regelmatig aanmoedigende kreten uit zoals “Nog een klein stukje te gaan..” en “Ziet er goed uit!!”. En dan kwam Gerrie weer heerlijk uit de hoek via de portofoon als wij aan hem meldden waar we ongeveer geparkeerd stonden “Hier Radio Toetenel, zegt u het maar…over”. Al die tijd gaven Ramon en Gerrie, onze fietsers, geen krimp. Altijd positief ondanks 4x 6 uur met de billen op een keihard zadel te hebben gezeten. Ook Woodrow en Willem hoorde je nooit klagen. En ik bleef me verbazen over de gedrevenheid van Pieter en Samira en de snelheid waarmee iedereen bleef doorknallen en zijn etappes liep. Ik besefte me dat ik me bevond in een groep bikkels.

Op een bepaald moment kwamen we door het dorpje Zele in België. We wisten dat de doorkomst hier één groot feest zou zijn. We waren hier rond 23:30 uur in onze tweede nacht. De doorkomst van de Roparun teams was hier in de loop der jaren uitgegroeid tot een massaal volksfeest. Overal waar je kwam waren feestende, juichende, drinkende Belgen, vuurwerk, kermisattracties en pompende house en Hollandse meezingers. Op dit moment merkte ik dat m’n emoties wat meer de overhand namen door de vermoeidheid. En na, zoals Gerrie het noemt “een hardgrondig bedankt” van een toeschouwer moest ook ik toch echt even een lichte brok in mijn keel wegslikken. Ook van Ramon, Johan en andere teamgenoten hoorde ik later dat ik niet de enige was. Inmiddels was het 00:00 geworden. 21 mei was begonnen, de laatste dag van de run en ook de dag waarop Pieter jarig is. Midden in de etappe hebben we hierbij stil gestaan, zo luidruchtig mogelijk voor Pieter gezongen en natuurlijk cadeautjes overhandigd. Een gezellig lichtpuntje midden in de nacht en samen met Zele iets waar we wel een paar uurtjes op konden teren. Iets om op te teren hadden we trouwens ook erg hard nodig met onze knorrende maagjes en rode ogen door slaapgebrek. Een paar uur later gingen we de Nederlandse grens over en kort hierna deden we Ossendrecht aan. Ook dit is een dorp dat er bekend om staat dat er een dik feest is tijdens de Roparun doorkomst en niets bleek minder waar. In Ossendrecht was een themafeest gaande met een Aziatisch thema. Omdat Pieter jarig was hebben we hem daar zijn moment laten pakken en heeft hij die etappe gelopen. Hij kreeg een Vietnamees rijstboeren hoedje op, wat hem overigens geweldig stond, en liep door het feestje heen. Ik keek op mijn horloge en zag dat het 6:10 uur in de ochtend was. We waren echt heel verbaasd dat het hele dorp nog op straat aan het feesten en drinken was op dit vreemde tijdstip. We voelden ons dankbaar. Enige tijd later kwam het voorlaatste basiskamp in zicht. Hoogerheide waar de mannen van Team B ons weer aflosten. Het was fijn om de gezichten van Larry, Kas, Vincent, en alle anderen weer te zien. Van daar zijn wij zo snel mogelijk weer uitgerukt naar Numansdorp, de laatste plek waar we nog konden rusten voordat alle lopers en fietsers aan een run-bike-run stuk begonnen dat zou eindigen op De Kop van Zuid in Rotterdam waar de uiteindelijke tijdfinish plaats zou vinden. Daar in Numansdorp heb ik nog, in een half uurtje tijd, een heel bos omgezaagd waarvoor nog mijn excuses aan iedereen die er wakker van heeft gelegen. Toen we wakker werden stond Sjaak eitjes voor ons te bakken die we met onze knagerige maagjes hebben weggewerkt. Dat was ook de plek waar Lambert van de Velde heen is gekomen met de medailles voor ons team.

Vervolgens zijn wij met ons busje en de grote bus richting Vijfsluizen vertrokken waar we de wagens konden parkeren en zijn we de metro naar de Binnenrotte gegaan, waar het complete team zich bij elkaar kon voegen. In de metro had Johan nog een heel interessant gesprek met een licht verwarde man waardoor ik het gevoel kreeg dat Johan z’n levensdoel heeft gemist en eigenlijk psycholoog had moeten worden. Onder aan de Willemsbrug hebben we onze sporters opgewacht toen ze uit de laatste etappe van 30 km run-bike-run kwamen. We waren heel erg blij toen we in de verte op de brug de witte shirtjes van onze teammaten zagen en natuurlijk het spierwitte haar van Pieter dat toch altijd een soort baken is. Het moment dat we daar samen kwamen was een moment waarop ik veel emotie heb gezien en gevoeld. Hierna kwam de huldiging, het defilé waarbij je zigzag door juichende toeschouwers word geleid, er foto’s van het team werden gemaakt, met muziek en een speaker die er echt een feest van maakte. En onze geliefden die aan de kant stonden om ons te ontvangen. Ik voelde kameraadschap met collega’s van wie ik hiervoor nog niet van het bestaan afwist. Een moment van ontlading was het, want we hadden samen deze prestatie neergezet en iedereen besefte zich op dat moment dat men deel had uitgemaakt van iets groots.

Rick Marchal, Buschauffeur/Binnendienstmedewerker.