Om 7:30 hadden we met de groep afgesproken aan de Meppelweg en om 8:00 zouden we dan gaan rijden richting Dendermonde. Toen ik de deur uitging en naar mijn auto liep zag ik bij het Almeloplein al een oude groene bus de Meppelweg in draaien. Op dat moment dacht ik: “Dit moet ‘m wel zijn.” Toen ik op de werf aankwam zag ik bij de parkeerplaatsen inderdaad de groene bus op me af komen rijden met daarin onze monteur, Kevin. Kevin heeft in de voorgaande dagen samen met Leo veel werk verzet om de bus goed en veilig rijdend te krijgen. Onder andere een kapotte balg is door hen gerepareerd. Na wat gezelligheid en koffie in de kantine met het grootste deel van de groep zijn we richting België gegaan. Ik reed in de bus, het basiskamp. En het HTM busje en André er achteraan met zijn eigen auto. Op meerdere plaatsen zijn wij gestopt onderweg. Onder andere bij een Mc Donalds om wat koffie en hamburgers te halen. Tenslotte moet een mens goed eten om 9 uur in de ochtend. En natuurlijk ook vaak omdat er mensen zijn die willen plassen, José bijvoorbeeld. Ook verderop, in België, hebben we nog ’s een sanitaire stop gemaakt bij een pomp waar ze overigens heerlijke broodjes kroket en frikandel hadden waar Koos en ik ons tegoed aan hebben gedaan. Het enige dat daar iets minder ging was Larry met een actie waarbij hij achter een kip aan is gegaan en de Belgische krokettenmevrouw mij zeer duidelijk haar ongenoegen liet blijken. Ze zei “Allee, dat doen toch alleen kinderen?” Ik vertelde haar dat dat ook was waar ze hier mee te maken had. Om de boze kippenmevrouw een wat beter gevoel te geven ben ik naar buiten gelopen en heb ik gedaan alsof ik Larry een reprimande gaf.

Inmiddels waren we behoorlijk achter geraakt op ons schema waardoor Pieter heeft besloten om de training een etappe van 6 km in te korten. Dus de 1egroep lopers en fietsers gingen beginnen, een aantal kilometer voor Dendermonde. Wij zouden dan het basiskamp verplaatsen naar ongeveer 6 km verderop en de lopers en fietsers opwachten. Zo geschiedde en iedereen ging van start. Van Pieter hadden wij een navi gekregen met belangrijke punten en op papier een routebeschrijving waarmee René ons de goede kant op kon navigeren. Als snel kwamen we tot de ontdekking dat de papieren route en de navi totaal niet overeen kwamen. We snapten er niets van. Na ongeveer 20 minuten heen en weer geklooi kwamen we tenslotte tot de ontdekking dat we de verkeerde kant op gingen. Dus zogezegd richting Parijs terwijl de route toch echt naar Rotterdam loopt, in tegenstelling tot wat de naam “Ropa” doet vermoeden. Toen we er aan begonnen had ik Samira al horen vragen: “Gaan we nou de goede kant op?” Niemand had daar acht op geslagen op dat moment maar bij mij viel nu het kwartje van wat ze daarmee bedoelde. Na dit kleine oneffenheidje zijn we met z’n allen de goede kant op gegaan. Wij zijn met de grote camper naar de plek gereden bij Zele, 6 km verderop met de Vito achter ons aan. Daar zou de tweede groep atleten de eerste aflossen. Omdat we daar een tijdje moesten wachten had Koos alle tijd om Sandra en José te masseren. Resultaat was wel dat de twee dames daarna enigszins suf waren en gedrogeerd leken. De locatie was wel een puntje. We stonden daar langs een weg met een koude bus omdat de standkachel nog niet werkt en geen toiletgelegenheid terwijl we toch echt de nodige zeikerds hadden. Onder andere José maar ook ikzelf niet uitgezonderd. Nadat we een tankstation hadden opgezocht hebben we de eerste ploeg ontmoet die daar afgelost zouden worden door de tweede. Echter werd er besloten dat álle sporters zouden gaan lopen / fietsen naar het volgende etappepunt. Dit keer was het voor ons, het basiskamp, alleen niet zo makkelijk om daar te komen. René had al gezien dat we ergens de rivier over moesten. En de wegen die we insloegen leidden tot niets of liepen dood. Het enige dat een goede optie leek was een tunnel maar deze bleek een restrictie van 3,5 ton te hebben uitgezonderd gemeentevoertuigen. Onze bus weegt ongeveer 12 ton denk ik. Gelukkig bleek dat de zogenaamde gemeentevoertuigen stadbussen zijn. En laat nu ons basiskamp dezelfde afmetingen hebben. Dus hebben we de stoute schoenen aangetrokken en zijn we achter een stadsbus aan de verboden tunnel ingedoken wat overigens tot wat verwarring leidde bij André. Dit scheelde wel echt gigantisch veel omrijden. Aan de andere kant aangekomen was het daarna redelijk makkelijk om het rendez-vous punt te vinden. Na een plaspauze bij Burger King aan de overkant en natuurlijk weer de nodige hamburger-verleidingen kwamen de sporters weer aan bij de bus. Hier hoorden wij dat Leen was gevallen met zijn fiets waarbij hij Dominique’s vinger heeft verwond. Gelukkig was onze moederlijke Samira er om Do’s vinger te verzorgen met een betadinepleister. Het was fijn om de zweterige maar vrolijke gezichten van onze bikkels terug te zien.

Ondertussen was het ongeveer half 5 geworden en werd het tijd om richting het restaurant te gaan waar we zouden dineren. Hotel / Restaurant Dekkers in Ossendrecht, weer terug in Nederland vlak over de grens. Na ongeveer een half uurtje rijden kwamen we daar aan met onze knorrende maagjes. Toen we het dorp inreden dacht ik: “Wat een gehucht, waar moet ik die 12 meter aan bus nou kwijt dan?” Het bleek allemaal erg mee te vallen want achter het hotel ligt een ruime parkeerplaats. In het hotel werden wij warm ontvangen door het personeel. Sandra had geregeld dat onze gladiatoren hier kosteloos een kamer tot hun beschikking kregen om te kunnen douchen. Wij, de chauffeurs, monteurs, masseurs en captains, zijn in de huiselijke bar een drankje gaan drinken. Erg comfortabel wachten op de sporters op de grote rode met velours bekleedde bank. Na een tijdje was iedereen beneden maar lieten Pieter en Samira vrij lang op zich wachten. Dat vonden wij op zich niet vreemd maar onze maagjes begonnen wel steeds meer te knagen. “Dan nog maar een biertje, wat een straf” dacht ik. Toen Pieter en Samira eindelijk de bar in liepen werd er gejuigd. “We zijn compleet”. De vreugde was echter van korte duur want Samira was haar lens verloren. En was het nu maar zo dat het op de grond was, maar nee hoor. Hij zat ergens op haar rechter oogbal. Ik had het gevoel dat Samira er enigszins van geschrokken was. Natuurlijk gingen wij, zoals goede internetdokters betaamt, googlen hoe we dit probleem konden oplossen. Al gauw kwamen we tot de ontdekking dat dit niet gevaarlijk is en je dus niet blind kan worden of iets dergelijks. Lensenvloeistof in het oog druppelen leek een oplossing maar dit wou niet direct helpen. Één keer had ze ‘m bijna te pakken maar toch net niet. De rest van de avond heeft ze me glazig aangekeken. Ondertussen was ons verzocht naar de eetzaal te gaan waar we konden genieten van een driegangen keuzemenu met vooraf soep, als hoofdgerecht kabeljauwfilet of schnitzel met royale hoeveelheden patat en salade en als toetje een Dame Blanche, fruitijs of koffie. Hierna afrekenen en snel naar huis. Iedereen was behoorlijk moe.

De rit naar huis was pittig met noodweer zoals ik nog niet vaak heb meegemaakt. Erg vermoeiend ook omdat de aanjagers van de ramen nog niet helemaal goed werken en alles dus behoorlijk besloeg. Gelukkig waren Sandra, Leo en Willem bereid om alles af en toe even droog te poetsen voor goed zicht. Inmiddels had Samira haar lens terug gevonden, las ik achteraf op de groepsapp.

Aangekomen op de zaak kwamen we Pieter en Samira nog tegen en André en Do. In eerste instantie zag ik Do wel maar zij zag mij niet. Zij keek een beetje wazig uit het autoraam en was denk ik toe aan haar mandje. Ik denk dat iedereen heerlijk heeft geslapen. In ieder geval, ik wel, denkend aan een geslaagde, gezellige dag waar dingen mis zijn gegaan maar waar we ook allemaal geleerd hebben.